Kraaien

Een paar mensen heb ik uitgedaagd om Omsingeld door kraaien alvast te lezen en ik vroeg hen: geef een reactie. Dat hoefde niet per se een recensie te zijn. Wat anders kon ook. Michael van Hoogenhuyze kwam wél met een recensie, maar zoomde in op de symboliek van de kraai:

KAARTENHUIS VAN POËZIE

Na zijn vorige bundel Kleine heuvel van twee jaar geleden komt dichter Roland van den Bergh met een nieuwe: Omsingeld door kraaien. Schijnbaar onzinnige gedachten en op het eerste gezicht vreemde observaties verzamelt hij erin tot een wonderbaarlijk geheel. Alsof hij een soort wankel kaartenhuis van poëzie aan het bouwen is.

Bij het lezen van de bundel geven de gedichten niet de indruk tot op de komma te zijn geconstrueerd, eerder lijken zij zich bij hem aan te dienen, zich misschien zelfs op te dringen. Er dient iets uitgesproken of opgeschreven te worden, hoe dan ook, steeds lijkt er sprake te zijn van een zoektocht naar betekenisgeving. Er warrelt van alles rond zijn hoofd, wat is het in hemelsnaam, wat zijn dit voor gedachten, er vliegt van alles zijn hoofd binnen, wat ermee aan te vangen? Ik zou haast zeggen dat de kraaien in het titelgedicht die flarden zijn die hem steeds bespringen.


HORAPOLLO

Nou heeft juist die kraai een mooie, dubbelzinnige maar ook opvallende rol in de cultuurgeschiedenis. Neem de Hieroglyphica van Horapollo, een geschrift uit de Oudheid, waarin de symbolische betekenissen van Egyptische hiërogliefen worden beschreven. Als Egyptenaren volgens deze tekst Ares en Aphrodite, een dubieus maar beroemd liefdeskoppel, willen verbeelden, tekenen ze twee kraaien. Deze vogels leggen twee eieren, een ei waaruit een mannetje wordt geboren en een ei waarin een vrouwtje groeit. Deze twee vogels, broer en zus blijven elkaar voor eeuwig trouw. Als kraaien slechts twee mannetjes-eieren leggen of twee vrouwtjes-eieren zullen ze zich niet verbinden aan een andere kraai. Een eenzame kraai is daarmee een ongunstig symbool. Daarmee heeft een kraai een profetische rol. Zijn gedrag kan wellicht ‘gelezen’ worden door de auguren. Auguren zijn de priesters die in de Romeinse tijd de toekomst konden lezen uit de vlucht van de vogels. Misschien probeert de dichter in deze bundel betekenis te lezen uit de omsingeling van kraaien rond zijn hoofd.

Maar in de Oudheid bestaat ook de fabel van de kraai en de vos. Deze fabel blijft populair tot op de dag van vandaag. Een kraai heeft een stuk kaas in zijn bek. De vos kijkt jaloers naar boven, waar de kraai op een tak zit. Hij gaat de kraai prijzen om zijn schoonheid. Geïnspireerd door deze lovende woorden begint de kraai te zingen. Zodra hij zijn schorre gekras laat klinken valt de kaas uit zijn bek en gaat de vos ermee vandoor. Hier is de kraai niet de voorspeller van bedreigde liefde, maar het dier dat verliest door zijn ijdelheid.

In de Romantiek is de kraai een onheilsbode. De dichter Müller wiens werk bekend is door de liederencyclus Winterreise van Franz Schubert, schreef een gedicht over een kraai die de zanger en zwerver bleef achtervolgen als teken van onheil. Heel dramatisch in dezelfde reeks is Frühlingstraum waarin de dichter in de winter wordt gewekt door het gekras van de kraaien op het dak, waardoor hij uit zijn droom over de lente wordt gehaald. 


SOMBERE STEMMING

Die sombere stemming wordt ook opgeroepen door Edgar Allan Poe in The Raven. De kraai in de literatuur kon soms ook een raaf zijn, of een kauw of een roek. Het is niet altijd te zien zoals in het beroemde Korenveld met Kraaien van Vincent van Gogh.

Wat we zien is dat aan de kraai door de eeuwen heen verschillende betekenissen zijn toegeschreven. De vogel is een drager van bijzondere betekenissen vanaf het Oude Egypte tot nu.

Je zou kunnen denken dat de zwarte kleur deze ‘kraaiachtigen’ hun sombere betekenis geeft. Dat kan niet de hoofdoorzaak zijn. Een paar jaar geleden werd bekend gemaakt dat de zang van een merel onder het Nederlandse publiek de grootste waardering kreeg. Ook de merel is bijna helemaal zwart. ‘Merel’ blijkt ook een veel voorkomende meisjesnaam te zijn. Het zwarte verenkleed maakt een vogel niet direct tot een onheilsprofeet. Wellicht is dan juist de zang wat dat betreft van meer invloed.

 

KRASSENDE TAAL

De zang van de kraai is niet direct wat je noemt mooi. Die krassende taal zou je wel eens kunnen beschouwen als het ideale geluid om sombere voorgevoelens te vertolken. Dreigend wordt het ook door de heersende opvatting dat een kraai buitengewoon slim of intelligent is. Als een kraai iets zegt, moeten we het wel serieus nemen.

De ernst van de mededelingen van een kraai wordt nog eens versterkt door het gegeven dat deze vogel een ‘tragische’ kant heeft. Prachtig en plechtig zwart, robuust en intelligent, maar met dat krassende stemgeluid, waardoor iedere verbale mededeling tegelijkertijd tragisch en dreigend kan worden.

Die bijzondere stemming zie ik in deze nieuwe bundel van Roland van den Bergh doorbreken. Bij nadere bestudering van deze gedichten ontdek je heel subtiel verwijzingen naar conflict en dreiging. De kraaien hebben geen vrolijke berichten. De dichter, omsingeld door kraaien, zal dat zeker niet ontkennen. Ook al poogt hij met de reeks 10 vrolijke gedichten wellicht vergeefs tegengas te geven. Maar hij beschrijft en benoemt de dreiging tot in de kleinste details van onze alledaagse wereld.

 

Michael van Hoogenhuyze
kunsthistoricus

Vorige
Vorige

Poëet

Volgende
Volgende

kleine heuvel is uit